De Drosophila Melanogaster is het meeste bekende fruitvliegje, maar hoe ziet zo’n vliegje eruit? En hoe komt de fruitvlieg eigenlijk aan zijn naam? Lees in dit artikel de antwoorden op deze vragen.
Fruitvliegjes zijn misschien vervelend als je ze in je huis hebt zitten. Vooral als je er een plaag van hebt. Toch is de medische wetenschap ontzettend blij met de kleine vliegjes. Ze worden veel gebruikt voor DNA testen. In de laboratoria worden ze zelfs gekweekt! Als je zelf ooit een fruitvliegjesplaag in huis hebt gehad, weet je als geen ander hoe makkelijk het is om de vliegjes te kweken…
Naamgeving fruitvlieg
De Latijnse naam voor fruitvliegje is: Drosophila, familie van de ‘Drosophilidae’.
Drosophila is een Latijnse naamgeving, maar een deel van de naam is ontleend uit het Grieks. Het eerste deel van het woord ‘droso’ komt uit het Griekse ‘drosos’ en betekent ‘dauw’. Het tweede deel van het woord ‘phila’ komt van het Latijnse ‘philus’ wat ‘houden van’ betekent. Drosophila betekent dus eigenlijk ‘iets dat van dauw houdt’. Er leven vele verschillende soorten fruitvliegjes, maar de ‘Drosophilia Melanogaster‘ wordt als de ‘gewone fruitvlieg’ gezien. Deze soort wordt ook wel ‘Bananenvlieg’ genoemd. Melanogaster betekent zwartbuikje in het Grieks.
In het Nederlands wordt de Drosophila Melanogaster, bananenvlieg of fruitvlieg genoemd. Het vliegje heeft deze naam gekregen omdat het van fruit leeft. Het fruitvliegje is vooral bij snel bij overrijpe bananen te vinden.
Kenmerken van de Drosophilia Melanogaster
Fruitvliegjes zijn heel kleine vliegjes. Met hun lengte van ongeveer 3 mm, passen ze overal doorheen en kruipen overal tussendoor. Zelfs een bord eten dat je helemaal ingepakt hebt met vershoudfolie is niet veilig. Als het bordje eten niet in de koelkast staat, zullen ze altijd een weg vinden om toch onder de plastic folie te komen.
Ogen en lijfje van het fruitvliegje
Fruitvliegjes kan je goed herkennen aan hun ogen. Je moet wel goed kijken, maar ondanks dat ze zo klein zijn, valt de ogen wel op. Fruitvliegjes hebben namelijk grote rode ogen. Het lijfje van de fruitvliegjes is iets minder opvallend, fruitvliegjes hebben een lichtbruin lijfje. Op het achterlijf hebben ze dwarse zwarte strepen (zoals bij een bij). Het mannetje heeft een puntiger en donkerder achterlijf dan het vrouwtje. De fruitvliegjes zijn heel klein, maar doordat het mannetje er heel anders uitziet dan het vrouwtje, zijn ze toch gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
De pootjes en de vleugeltjes van het fruitvliegje
Fruitvliegjes kunnen goed vliegen en dit terwijl ze maar 2 kleine vleugeltjes hebben! Vaak hebben vliegen 4 vleugels om te vliegen, maar het fruitvliegje heeft aan 2 vleugels ook voldoende. Het fruitvliegjes behoort tot de insecten, en heeft net als elk ander insect 6 pootjes.
Soorten fruitvliegjes
Er zijn ongeveer 500 soorten fruitvliegjes beschreven. 300 andere soorten zijn al verzameld maar nog niet beschreven. Er wordt geschat dat er ongeveer 1000 verschillende soorten fruitvliegjes over de hele wereld voorkomen.
In Nederland en België komen er ongeveer 25 soorten voor. De gewone fruitvlieg, de Drosophilia Melanogaster, is de meest bekende en onderzochte soort in laboratoria.
Meer soorten fruitvliegjes door laboratoria
In laboratoria zijn door proeven nog meer soorten fruitvliegjes ontstaan. Er bestaat zelfs een speciale soort fruitvlieg zonder vleugels! Van de fruitvlieg zonder vleugels wordt dankbaar gebruik gemaakt bij het kweken ervan. Fruitvliegjes zonder vleugels worden gebruikt als voedsel voor insecten en amfibieën die als huisdieren gehouden worden.
In laboratoria zijn extra soorten fruitvliegjes vooral te danken aan mutaties als gevolg van bestralingen. De gewone fruitvliegjes worden dan met straling bestraald waardoor hun DNA verandert. Meestal kunnen soorten fruitvliegjes die op deze manier zijn ontstaan, niet goed overleven in de natuur.
